"Voor zover hij had kunnen constateren, was het bestaan van de mens georganiseerd rond werk, dat het grootste deel van het leven in beslag nam en plaatsvond in organisaties van wisselende omvang. Na afloop van de werkjaren begon er een kortere periode, die werd gekenmerkt door de ontwikkeling van diverse ziekteverschijnselen. Sommige mensen probeerden zich tijdens de actiefste periode van hun leven bovendien te verenigen in microgroeperingen, gezinnen genaamd, met als doel de instandhouding van de soort; maar meestal liepen die pogingen spaak, om redenen die verband hielden met de 'geest der tijden', bedacht hij vaag, terwijl hij een espresso dronk (...)".
Michel Houellebecq, De kaart en het gebied.