Voor veel Duitse schrijvers aan het begin van de twintigste eeuw was de Duitse Kultur ver verheven boven de Westerse Zivilisation. Engeland was het land van handelaren, Frankrijk van debatterende democraten, Duitsland was het land van dichters en denkers. Het land mocht economisch en politiek laat tot bloei gekomen zijn; het had één ding voor op alle andere naties: zijn cultuur, die diepzinniger, woester en ontembaarder was.
Thomas Mann behoorde tot de schrijvers die de tegenstelling tussen Kultur en Zivilisation omarmden. ‘Kultur is geslotenheid, stijl, vorm, houding, smaak. Cultuur kan orakel, magie, pederastie, Vitzliputzli, mensenoffers, orgiastische cultvormen, sint-vitusdans, inquisitie, autodafe, heksenprocessen, gifmoord en de meest bonte gruweldaden omvatten. Civilisatie echter is verstand, verlichting, verzachting, beschaving, scepticisme, ontbinding.’
Kultur kon dus ook best barbaars zijn. Door de opkomst van de nazi’s veranderden Manns gedachten. Kultur en Zivilisation werden beide een remedie tegen de Barbarei. Over die ontwikkeling in Manns werk heeft de Zwitserse germanist Philipp Gut een boeiende studie geschreven. Thomas Manns Idee einer deutschen Kultur is een bewerking van Guts proefschrift uit 2006. Het geeft niet alleen een goed beeld van Thomas Mann, maar ook van de Duitse politiek en cultuur in de twintigste eeuw, waarvan de schrijver een voornaam exponent was.