Vier jaar werkte Nino Haratischwili (1983) aan 'Het achtste leven', een roman van een haast Tolstojaanse omvang over liefde en haat, aanpassing en verraad. Meer dan twaalfhonderd bladzijdes schreef de uit Georgië afkomstige auteur over zes generaties van de familie Jaschi.
Wat begon als een verslag van het leven in het Georgië van de jaren negentig dat haar vormde, groeide zo uit tot een eeuw omspannend epos. Geraffineerd weet de schrijfster de politieke en culturele geschiedenis van Rusland en Georgië te verweven met de lotgevallen van haar personages. Ze schrijft even bloemrijk over de boeren die onder tsaar Nicholaas aan het front worden aangestoken door de koorts van de revolutie, als over de willekeur onder Stalin, en over de rebellie van jongeren in de jaren tachtig.
Deze maand sprak ik Nino Haratischwili in Hamburg over haar roman, Georgië en het Duitsland van nu. Het interview is vandaag verschenen in de Trouw-bijlage Letter&Geest.