In het jongste nummer van De Groene vind je mijn recensie van Uwe Timms roman De macht van begeerte.
'De kemphaan tikt alleen met zijn naar een ander mannetje, maar verwondt het niet. Zo slaan ook de mannen in Uwe Timms roman De macht van begeerte met hun vuisten op elkaars borst, maar doen elkaar niet echt pijn. Ook al gaat de een met de vrouw van de ander naar bed.
In zijn roman Die Wahlverwandtschaften (1809) beschreef Goethe de emotionele en fysieke aantrekkingkracht tussen mensen als chemische stoffen. Het adellijke echtpaar Eduard en Charlotte krijgt bezoek van Otto en Ottilie, de nacht van Charlotte. Man en vrouw worden "kruiselings" verliefd: Eduard voelt zich aangetrokken tot Ottilie en Otto tot Charlotte. Het is een raadselachtige roman in Goethes werk. Raadselachtig, omdat hij veel vragen oproept. Hoe verhoudt de natuur zich tot de moraal? Handel je door wat de natuur je ingeeft, of uit eigen vrije wil? Volg je passie, of verstand? "Een werk even mondain als Duits", schreef Thomas Mann, "een wonderlijk ding van geslaagdheid en reinheid van compositie, van rijkdom aan betrekkingen, verbinding, geslotenheid". Ook in Uwe Timms roman De macht van begeerte (in het Duits verschenen als Vogelweide) gaat het om emotionele en fysieke aantrekkingskracht, om liefde en affaires. Goethe schreef: "De affiniteiten worden pas interessant als ze scheidingen teweeg brengen". Timm schrijft: "Het is de honger en de dorst van het lichaam naar het lichaam. Niet naar zomaar een lichaam, maar naar dat ene". En wat bij Goethe de chemie is, is bij Timm de ornithologie.'
Lees verder in De Groene Amsterdammer.