Onlangs verscheen in de Russische Bibliotheek van uitgeverij Van Oorschot het vierde Tsjechov-deel, in een nieuwe vertaling van Tom Eekman, Aai Prins en Anne Stoffel. Hierin staan veel van Tsjechovs beste verhalen, zoals De weddenschap, Zaal 6 en De zwarte monnik:
'Kovrin bleef verbaasd staan. Als een wervelwind of een windhoos steeg aan de horizon van de aarde tot hoog in de hemel een zwarte zuil op. De contouren ervan waren onduidelijk, maar je kon meteen al zien dat hij niet op één plaats bleef en zich met een verschrikkelijke snelheid verplaatste, precies dezelfde kant uit, recht op Kovrin af, en hoe dichter de zuil in de buurt kwam, hoe kleiner en duidelijker hij werd. Kovrin sprong opzij, de rogge in, om de zuil te laten passeren en slaagde daar maar nauwelijks in...
Een monnik in het zwart, met grijze haren en zwarte wenkbrauwen, de armen gekruist op de borst, snelde voorbij...Zijn blote voeten raakten de grond niet.'