Vanaf 1933, het jaar waarin in Duitsland de nazi's de macht overnamen, werd Amsterdam een toevluchtsoord voor gevluchte schrijvers. Irmgard Keun, Klaus Mann en Joseph Roth verbleven korter of langer in de Nederlandse hoofdstad. Hun ervaringen beschrijft de Duitse schrijver Bettina Baltschev in haar nu door Marc Wildschut in het Nederlands vertaalde boek Hel en Paradijs. Amsterdam en de Duitse exilliteratuur. Baltschev vertelt levendig, toegankelijk en genuanceerd over over een belangrijk hoofdstuk in de Duits-Nederlandse literatuurgeschiedenis.
Je vindt mijn bespreking van het boek op athenaeum.nl.
dinsdag 16 mei 2017
Abonneren op:
Posts (Atom)