'Het eiland Hiddensee heeft de vorm van een zeepaardje. Vanuit Berlijn is het zes uur reizen: drie uur met de trein en ruim drie uur varen, vanuit de haven van Stralsund. In mijn hoofd heb ik de poëtische, dromerige beschrijvingen van het eiland uit Seilers roman. De meeuwen die 'klinken als nerveuze honden, die om een bepaalde reden aanslaan', 'eeil eiland van gelukzaligen, dromers en luchtfietsers'. Ik vraag mij af hhoe het eiland is veranderd sinds de zomer van 1989, de laatste zomer van de DDR.
In de veerhaven liggen kleine karretjes, die je achter een huurfiets kunt haken om je bagage in mee te nemen. Auto's zijn op het eiland niet toegestaan. Iedereen fietst er, en overal op het eiland ruik je de zee.
'Het eiland is niet erg veranderd', zegt Seiler aan een houten tafel in het restaurant van hotel Godewind. 'De bewoners zijn eigenwijs. Ze laten niet veel investeerders toe.' Hij heeft een fijne stem, en spreekt een prachtig Duits. Hij vertelt rustig en bedachtzaam.
Het gehele interview kun je lezen in het Nederlands Dagblad.