Vanavond zendt ARTE de film Il Gattopardo van Luchino Visconti uit.
Hieronder een korte documentaire over deze Italiaanse regisseur. De beelden beginnen met een Visconti die om acht uur 's ochtends door Venetië vaart. Het is de eerste dag van de verfilming van Thomas Manns novelle De dood in Venetië.
zondag 27 november 2011
vrijdag 4 november 2011
Gedoogsteun
In het blad PM - Public Mission - verscheen mijn column Gedoogsteun:
Ik ken deze zaaltjes: pakken jus d’orange, schrijfblokken met een Europees vlaggetje en een temperatuur die voor Nederlanders net wat te hoog is. Maar dit keer luister ik niet met een koptelefoon op naar een rap Frans sprekende voorzitter. Ik sta losjes voor een groot scherm, met een powerpoint remote control in mijn hand. Meer dan kwaliteit. Het nieuwe cultuurbeleid is de titel van mijn presentatie. De hoogte van het cultuurbudget lijkt omgekeerd evenredig aan de belangstelling ervoor.
Voor mij: zo’n dertig mannen en vrouwen, hongerig naar elk woord Nederlands. De uitnodiging kwam twee weken daarvoor, van de tolkendienst van de Europese Commissie. ‘De tolkendienst verzorgt de vertolking in de vergaderingen van de Commissie, de Raad, het Comité van de Regio’s en het Economisch en Sociaal Comité. De doorsneetolk werkt uit drie tot vijf talen naar zijn moedertaal. Er wordt nauwelijks gewerkt met specialisaties, het aantal onderwerpen dat aan bod komt is te groot. Om de tolken op de hoogte te houden van ontwikkelingen in de landen van hun werktalen, organiseert de tolkendienst zogenaamde opfriscursussen.’
In de hoek van de zaal staan twee whiteboards. Met daarop populaire Nederlandse woorden en uitdrukkingen. Afstralen op. Iemand in de hoek drukken. Gedoogsteun. Van heb ik jou daar. Ver-van-mijn-bedshow. ‘Het is niet zo dat de tolken deze woorden niet kennen,’ verzekert André Jäger van de tolkendienst me. ‘We staan er alleen wat langer bij stil.’ Zakkenvuller. Verlatingsangst. Achter het net vissen. Het Torentje. Een snood idee.
‘Wat vind je nou echt moeilijk?,’ vraag ik na afloop aan een van de tolken. Mijn oog valt op het woord Hedwigepolder. ‘Als ze Engels spreken, en je niet weet wat hun moedertaal is,’ zegt de Oostenrijker. ‘Dan zegt een man uit Spanje: “koo-sjèr”. Later blijkt dan dat hij co-chair bedoelt.’ Een collega knikt.
Ik ken deze zaaltjes: pakken jus d’orange, schrijfblokken met een Europees vlaggetje en een temperatuur die voor Nederlanders net wat te hoog is. Maar dit keer luister ik niet met een koptelefoon op naar een rap Frans sprekende voorzitter. Ik sta losjes voor een groot scherm, met een powerpoint remote control in mijn hand. Meer dan kwaliteit. Het nieuwe cultuurbeleid is de titel van mijn presentatie. De hoogte van het cultuurbudget lijkt omgekeerd evenredig aan de belangstelling ervoor.
Voor mij: zo’n dertig mannen en vrouwen, hongerig naar elk woord Nederlands. De uitnodiging kwam twee weken daarvoor, van de tolkendienst van de Europese Commissie. ‘De tolkendienst verzorgt de vertolking in de vergaderingen van de Commissie, de Raad, het Comité van de Regio’s en het Economisch en Sociaal Comité. De doorsneetolk werkt uit drie tot vijf talen naar zijn moedertaal. Er wordt nauwelijks gewerkt met specialisaties, het aantal onderwerpen dat aan bod komt is te groot. Om de tolken op de hoogte te houden van ontwikkelingen in de landen van hun werktalen, organiseert de tolkendienst zogenaamde opfriscursussen.’
In de hoek van de zaal staan twee whiteboards. Met daarop populaire Nederlandse woorden en uitdrukkingen. Afstralen op. Iemand in de hoek drukken. Gedoogsteun. Van heb ik jou daar. Ver-van-mijn-bedshow. ‘Het is niet zo dat de tolken deze woorden niet kennen,’ verzekert André Jäger van de tolkendienst me. ‘We staan er alleen wat langer bij stil.’ Zakkenvuller. Verlatingsangst. Achter het net vissen. Het Torentje. Een snood idee.
‘Wat vind je nou echt moeilijk?,’ vraag ik na afloop aan een van de tolken. Mijn oog valt op het woord Hedwigepolder. ‘Als ze Engels spreken, en je niet weet wat hun moedertaal is,’ zegt de Oostenrijker. ‘Dan zegt een man uit Spanje: “koo-sjèr”. Later blijkt dan dat hij co-chair bedoelt.’ Een collega knikt.
Abonneren op:
Posts (Atom)