donderdag 13 februari 2014

Brieven aan de bondskanselier

Op een bijeenkomst met schrijvers vroeg Willy Brandt eens wie hem bij gelegenheid met toespraken kon helpen. 'Ik, de schrik van veel burgers', zei Günter Grass later, 'was de enige die zijn vinger opstak'. Het was een begin van een vriendschap tussen twee Nobelprijswinnaars, verbonden door hun inzet voor een socialer en democratischer Duitsland.

Het zijn twee zwaargewichten. Günter Grass, de geëngageerde schrijver die in duizenden bladzijden – Die Blechtrommel, Katz und Maus, Ein weites Feld – een eigenzinnig beeld van de Bondsrepubliek schiep. En Willy Brandt, de bondskanselier die met één beeld – zijn Kniefall voor het monument van het joodse getto in Warschau – een ander Duitsand liet zien.

Hun briefwisseling - tegen de driehonderd briven van 1964 tot 1990, met een achtergrondessay, een register en talrijke afbeeldingen - geeft inzicht in het cultuurpolitieke debat in Duitsland in de jaren zestig en zeventig. Het gaat over West-Duitsland, de DDR, Amerika, Vietnam, Griekenland, studentenprotesten, het milieu, atoomenergie, Europa. Maar wat vooral indruk op me heeft gemaakt is de inzet van de twee mannen voor hun land, de inzet voor een beter, beschaafder en democratischer Duitsland.

Lees verder in De Groene Amsterdammer.

dinsdag 4 februari 2014

Rainer Maria Rilke

De Duitse dichter Rainer Maria Rilke schreef tussen 1903 en 1908 zijn Briefe an einen jungen Dichter. Hierin gaf hij de tamelijk onbekend gebleven, jonge dichter Franz Xaver Kappus raad: over poëzie, liefde en gevoelens van angst.

De brieven behoren voor mij tot de mooiste werken in de Duitse taal. Ze zijn even poëtisch als filosofisch, en bevatten zowel diepe wijsheden als concrete voorstellen die je helpen om moeilijke momenten in je leven het hoofd te bieden. 
 
En u moet niet schrikken als er voor u een verdriet opdoemt, zo groot als u nog nooit eerder hebt gezien; als er zoals licht en wolkenschaduwen een onrust over uw handen komt en over uw hele doen en laten. U moet denken dat er iets met u gebeurt; dat het leven u niet heeft vergeten; dat het u in zijn hand houdt; het leven zal u niet laten vallen.

We hebben geen reden, om wantrouwen tegenover onze wereld te hebben, want ze is niet tegen ons. Heeft zij angsten, dan zijn het onze angsten, heeft zij afgronden, dan horen deze afgronden bij ons, zijn er gevaren, dan moeten we proberen van ze te houden.