dinsdag 11 december 2012

De Toverberg

De Toverberg (1924) brengt de Europese elite in beeld aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog, de donderslag waarmee de roman eindigt. Voor Thomas Mann vormde deze lijvige roman, begonnen na een bezoek aan zijn vrouw Katia die kuurde in Davos, de terugkeer naar de literatuur. De terugkeer ook, na een tijd van politieke essays, naar de liefde en het lichaam.

Lees mijn recensie van de nieuwe Nederlandse vertaling van Thomas Manns roman op athenaeum.nl.

woensdag 5 december 2012

Nabokov en Mann

Nabokov rekende Thomas Manns werk tot “thematische troep ofwel wat door sommigen wordt aangeduid als ideeënliteratuur (…) die in enorme blokken gips voorzichtig van tijdperk naar tijdperk wordt overgebracht”. Wat je bij het lezen van De Toverberg opvalt, is juist de rijke, zintuiglijke stijl van Thomas Mann: in de sfeervolle herinnering aan de jeugd van Hans Castorp, in het gloedvolle verlangen naar de geheimzinnige Russische schone Klavdia Chauchat, in de liefdevolle ironie waarmee Thomas Mann zijn figuren beschrijft. Een voorbeeld daarvan is het hoofdstuk Afgeslagen aanval. Dat gaat over Hans Castorps oom, de gedisciplineerde consul James Tienappel. Die is vastberaden vertrokken en wil zijn neef zo snel mogelijk terug naar het laagland halen. Maar op de Toverberg verliest hij al snel zijn evenwicht:

(…) op zondagavond, na het souper, in de hal, had de consul, dankzij een gedecolleteerde, met pailletten versierde zwarte japon die ze droeg, de ontdekking gedaan dat mevrouw Redisch borsten bezat, matblanke, stevig samengeperste vrouwenborsten waarvan de gleuf tamelijk ver zichtbaar was geweest, en deze ontdekking had de rijpe en keurige man tot in het diepst van zijn ziel aangegrepen en in vervoering gebracht, alsof het hier om een volledig nieuwe, onvermoede en ongehoorde ontdekking ging.”

James Tienappel is echter genoeg bij zinnen om te doen wat Hans Castorp naliet: hij kiest het hazenpad en is op een ochtend in alle vroegte vertrokken naar Noord-Duitsland.

woensdag 14 november 2012

De Groene Amsterdammer

Het onbekende oosten

Waarom is Herman Kochs Sommerhaus mit Swimmingpool een verkoopsucces in Duitsland, terwijl omgekeerd Nederlanders met geen stok aan de Duitse literatuur zijn te krijgen?

Jerker Spits

In geen ander land wordt zo veel Nederlandse literatuur gelezen als in Duitsland. Vanaf 1993 zijn Nederlandse schrijvers er populair. Dat jaar had de Frankfurter Buchmesse de Nederlandse literatuur als Schwerpunkt. Voor de boeken van Cees Nooteboom en Maarten ’t Hart is veel belangstelling. Ook Arnon Grunberg, Herman Koch en Marente de Moor liggen in hoge stapels in Duitse boekhandels. Hun boeken worden, vaak positief, in de Süddeutsche Zeitung en de Frankfurter Allgemeine besproken. Kochs Sommerhaus mit Swimmingpool, door de literaire kritiek geprezen als een ‘thriller met literaire meerwaarde’, is er als boek (hardcover en paperback), e-boek en luisterboek. ‘Uit Nederland komt niet alleen topvoetbal, maar ook toprealisme’, schrijft de Frankfurter Allgemeine. Nederlandse uitgevers zijn daar blij mee; de Duitse markt is groot. Om met Elvis te spreken: 82.000.000 readers can’t be wrong.

Nederlandse schrijvers die in Duitsland op Lese-Tournee zijn, zijn vaak verrast door de bijzondere belangstelling, waardering en nieuwsgierigheid van het Duitse publiek. Arnon Grunberg, Cees Nooteboom, Jan Siebelink, Thomas Rosenboom, Gerbrand Bakker, Alex van Galen, Jan van Mersbergen, Ramsey Nasr, Hagar Peters, Tommy Wieringa: ze waren eerder dit jaar allemaal te gast op een literair festival in Darmstadt, met een niederländische Lyriknacht en een niederländische Kriminacht. Voor de Else Otten Übersetzerpreis, een tweejaarlijkse vertaalprijs voor de beste Nederlandse vertaling in het Duits, kon de jury een keuze maken uit 119 nieuwe vertalingen, vertaald door vijftig verschillende vertalers.

Omgekeerd is die belangstelling heel wat minder vanzelfsprekend. Wie een boekhandel van Selexyz binnenloopt, ziet misschien een enkel Duits boek op de tafels vertaalde literatuur. De vooruitblik in NRC Handelsblad op het komende literaire seizoen telde in de rubriek vertaalde fictie 55 titels, waaronder één jongere Duitse schrijver: Julia Franck. De krant schrijft dat de Duitse literatuur wordt ‘gedomineerd door stokoude schrijvers die een beetje vervelen’. Een Duitse recensent zal Grunberg niet zo snel meten aan Couperus. Maar als Trouw een aantal recente romans van onze oosterburen bespreekt, komt de krant tot de conclusie dat ‘Berlin Alexanderplatz van Alfred Döblin wel nooit (zal) worden overtroffen’. Dat is een boek uit 1928.

Natuurlijk, de Nederlandse literatuur heeft kwaliteit. Maar dat kun je de Duitse literatuur ook niet ontzeggen. Er is dus meer aan de hand.
 
Lees verder in De Groene Amsterdammer van deze week.
 
 

 

woensdag 17 oktober 2012

Schiller en Nederland

Op literaturkritik.de vind je mijn bespreking van een boek over Friedrich Schiller en Nederland. Friedrich Schiller was samen met Goethe de grote schrijver van de klassieke periode in de Duitse literatuur, de Weimarer Klassik.

Over Nederland was Schiller, anders dan zijn tijdgenoten, opvallend positief. Veel aandacht gaat bij hem uit naar de strijd voor vrijheid, naar de protesten tegen de Spaanse overheersing. Het gaat over Spaanse vorsten en Nederlandse verzet, over katholieken en ketters, over geweten en geweld.

Bij tijdgenoten had de bewondering voor de Hollandse Gouden Eeuw al lang plaatsgemaakt voor een negatiever beeld. Kant zag de Nederlander als "een zeer flegmatieke Duitser". De trekschuit, die langzaam door het vlakke landschap gleed, stond model voor het Nederlandse flegma. Het land, dat in de Gouden Eeuw grootheden als Rembrandt en Vermeer had voortgebracht, was week en slap geworden.

woensdag 3 oktober 2012

Interview met vertaalster José Rijnaarts

Een mooi interview met vertaalster José Rijnaarts op athenaeum.nl. Ze vertelt over de Duitse schrijver Eugen Ruge, over de geraffineerde cliffhangers in zijn bekroonde roman In tijden van afnemend licht, en over het Duits, dat veel kwistiger is met komma’s.

dinsdag 4 september 2012

Een literaire Leaving Las Vegas

De Oostenrijks-Hongaarse schrijver Joseph Roth (1894-1934) mag John Coetzee, Arnon Grunberg en Claudio Magris tot zijn bewonderaars rekenen. Zijn De legende van de heilige drinker verschijnt medio september opnieuw in een Nederlandse vertaling, met fraaie illustraties van Bert Dekker. Het boek is een toonbeeld van Roths trefzekere stijl en van zijn oog voor de noden van mensen die het allemaal niet meezit.



Lees meer over dit boek. Op athenaeum.nl vind je mijn bespreking.

dinsdag 28 augustus 2012

Ferdinand von Schirach

 ‘Collini hield pas op toen de hak van zijn schoen afbrak.’ Gruwelijk, en kil, in een sobere, strenge stijl gesteld, met een effectieve a-assonantie. De patholoog-anatoom kan het aantal trappen later niet reconstrueren, maar de vermoorde man is een Duits industrieel, en drager van het Bundesverdienstkreuz. De locatie is de ‘Brandenburg Suite’, de kamer van een luxe Berlijns hotel met uitzicht op de Brandenburger Tor.

Lees mijn recensie van Der Fall Collini/ De zaak-Collini van Duitslands meest succesvolle thrillerschrijver Ferdinand von Schirach op athenaeum.nl.

donderdag 16 augustus 2012

Thomas en Heinrich Mann

De broers waren tegenpolen. Thomas schreef in zijn jeugd schuchtere gedichten over jongens op wie hij verliefd was, Heinrich had daar wel een recept voor ('een stevige slaapkuur met een hartstochtelijke, nog niet al te zeer aangevreten meid - dat zal hem genezen'). Thomas was een gentleman en dandy, die vooral een esthetisch standpunt innam. Heinrich was al vroeg een geëngageerd schrijver, die vond dat literatuur de maatschappij moest verbeteren. Thomas was de afstandelijke beschouwer, die huisbezoek met een verrekijker nakeek om gelaatstrekken en motoriek te bestuderen. Heinrich dook graag onder in het schemerbestaan van nachtclubs, bars en prostituees.

Meer weten over de Duitse schrijvers Thomas en Heinrich Mann?
Lees dan mijn recensie van een nieuwe biografie.
  

maandag 13 augustus 2012

Feit en fictie

In het augustus-nummer van literaturkritik.de is mijn recensie verschenen van de studie Autobiographie und Autofiktion. Dat boek gaat over autobiografische teksten van de schrijvers Friedrich Dürrenmatt (foto) en Carl Zuckmayer.

Over het beschrijven van je eigen leven schreef Dürrenmatt: "Hoe ouder je wordt, des te sterker wordt de wens om de balans op te maken. Terwijl het verdampt, wil je het vormgeven, terwijl je het vorm geeft, vervals je het."
 
 

woensdag 18 juli 2012

Thomas Mann

Het laatste deel van de wetenschappelijke Thomas-Mann-Studien gaat over religie in het werk van de schrijver (Der ungläubige Thomas. Zur Religion in Thomas Manns Romanen, Frankfurt am Main 2012).

Mijn bespreking van deze studie is te lezen op literaturkritik.de, het grootste recensieforum voor literatuur en literatuurwetenschap in Duitsland.

maandag 18 juni 2012

De trucjes van Daniel Kehlmann

Ik schrijf een stuk over Daniel Kehlmann, dat wonderkind van de Duitse literatuur. Ik stel een kort biografietje samen en kom bij zijn debuut. Waar gaat het in dat boek om? Ik merk dat ik meteen een van de grote thema’s van Kehlmann te pakken heb. En ik merk ook hoe moeilijk het is, dat thema onder woorden te brengen:  

Al in zijn studentenjaren verscheen zijn eerste roman, Beerholms Vorstellung, over een illusionist die in zijn eigen trucjes gaat geloven.
Al in zijn studententijd verscheen zijn debuut, Beerholms Vorstellung, over een illusionist die de grenzen tussen zijn spel en de werkelijkheid ziet vervagen.
Als 22-jarige student schreef hij zijn eerste roman, Beerholms Vorstellung, over een illusionist die de grenzen tussen bedrog en werkelijkheid ziet vervagen.



Dat is wel precies waar het bij Kehlmann om draait: de kunst van het vertellen; de offene Grenze tussen waarheid en fantasie; literatuur is werkelijkheid, zonder echt “werkelijkheid” te zijn.
                                                                                                                                                                                       
                                      

zondag 27 mei 2012

Recensie: Marlen Haushofer

De Oostenrijkse schrijfster Marlen Haushofer (1920-1970) beleeft in Nederland een kleine renaissance. Binnen korte tijd werden drie van haar boeken vertaald, die lovend werden ontvangen (De wand, De mansarde, Wij doden Stella). In Hemel die nergens ophoudt (Himmel, der nirgendwo endet uit 1966, vertaald door Ria van Hengel) schetst ze een gevoelig portret van een jeugd op het Oostenrijkse platteland.

Lees verder op athenaeum.nl

maandag 7 mei 2012

Recensie: Julia Franck

Julia Franck brak in 2007 internationaal door met haar roman Die Mittagsfrau (vertaald door Goverdien Hauth-Grubben als De middagvrouw). Het boek verscheen in 34 talen en won de prestigieuze Deutscher Buchpreis. Over de opvolger Rug aan Rug is de Duitse literaire kritiek minder te spreken. Toch bewijst Franck ook in haar nieuwe roman een knap vertelster te zijn.

Lees verder op athenaeum.nl

donderdag 3 mei 2012

De stad in de Duitse literatuur

Over de stad in de Duitse literatuur is een nieuw boek verschenen, bij uitgeverij Königshausen & Neumann. In Städte und Orte kun je lezen over het Hamburg van Heine, het Praag van Kafka en het Danzig van Günter Grass. In het boek staat ook een artikel van mijn hand, over het Salzburg van de Oostenrijkse schrijver Thomas Bernhard.

zaterdag 28 april 2012

De laatste inkt van Günter Grass


Deze maand ontstond ophef over het gedicht Was gesagt werden muss van Günter Grass. De 84-jarige schrijver stelt in dit gedicht dat Israel de wereldvrede bedreigt. In kritische, emotionele passages klaagt Grass Israel aan:

Warum sage ich erst jetzt,
gealtert und mit letzter Tinte:
Die Atommacht Israel gefährdet
den ohnehin brüchigen Weltfrienden


In meer zakelijke passages schrijft Grass dat Israel en Iran zich moeten houden aan internationale verdragen, en de controle daarop:

(…) unbehinderte und permanente Kontrolle
des israelischen atomaren Potentials
und der iranischen Atomanlagen
durch eine internationale Instanz.


Op het gedicht valt van alles aan te merken. En dat deden critici dan ook. De reacties waren zo fel, omdat Grass - juist om zijn critici voor te zijn - schrijft over de Duitse misdaden – Verbrechen - in de Tweede Wereldoorlog. En dat woord gebruikt Grass opnieuw, als het gaat om wat Israel van plan zou zijn: Verbrechen. Grass komt niet los van de Tweede Wereldoorlog, en juist dat maakt zijn gedicht zo omstreden. Het is vergelijkbaar met de redenering van Joschka Fischer in de jaren negentig. Duitsland mocht niet zwijgend toezien bij de misdaden in Bosnië. Juist Duitsers niet, vanwege hun verleden. Een andere reden voor de commotie is dat Grass zelf, vanwege zijn lidmaatschap van de SS, niet onomstreden is.

De beschuldigingen aan het adres van Grass waren soms overdreven (“antisemiet”), vaak vergezocht (“het is een Europese traditie de Joden vlak voor Pesach aan te klagen”) en in het beste geval sarcastisch (“Grass behoort tot de Duitsers die het de Joden nooit zullen vergeven wat zij hun hebben aangedaan”). En Grass’ kwaliteit als schrijver is ongetwijfeld groter dan die als politiek commentator. Het gedicht markeert in elk geval een verandering: een Duitse dichter oordeelt over Israel. Dat zullen meer Duitsers gaan doen. En anders dan de 84-jarige Grass, die met zijn ‘letzter Tinte/ laatste inkt’ schrijft, zullen Duitse jongeren daarbij steeds minder aandacht laten uitgaan naar de Tweede Wereldoorlog, en steeds meer naar het heden.

maandag 26 maart 2012

Vogelreis Zuid-Limburg

Mijn verslag van een vogelreis naar Zuid-Limburg kun je hier lezen. Waargenomen soorten: Oehoe (Maastricht), Grauwe Gors (Sibbe), Velduil (Sittard). De foto’s zijn van Oscar en Jolanda Balm.



maandag 12 maart 2012

Recensie: Eugen Ruge

Eugen Ruges In Zeiten des abnehmenden Lichts werd in 2011 bekroond met de Deutscher Buchpreis, een van de belangrijkste literaire onderscheidingen. En dat is begrijpelijk: Ruge maakt de ingewikkelde Duitse geschiedenis toegankelijk, de conflicten van de personages invoelbaar. De DDR staat weer op in deze roman. Maar of het een aanklacht tegen het kapitalisme, of een verlangen naar vroeger is, dat laat Ruge in het midden: hij roept het land op door beelden, geuren en nauwkeurig beschreven herinneringen.

Lees hier verder.

maandag 5 maart 2012

Die Zwille

In 1973 publiceerde Jünger een roman die zo anachronistisch was dat je hem als een bewuste provocatie kunt zien: Die Zwille. Het boek lijkt op de Duitse adolescentenroman aan het begin van de twintigste eeuw: Die Verwirrungen des Zöglings Törleß van Robert Musil (1906), Unterm Rad (1905) van Hermann Hesse en niet te vergeten het hoofdstuk over Hanno uit Die Buddenbrooks (1901) van Thomas Mann. Ook die verhalen gaan over kwetsbare, gevoelige jongens die vermalen dreigen te worden in een kunstvijandige maatschappij die geen medelijden kent. ‘Er konnte nicht mitmachen’, schrijft Jünger over Clamor, de hoofdpersoon van Die Zwille. ‘Er hatte nicht einmal unten, geschweige denn oben seinen Platz.’

maandag 20 februari 2012

Thomas Mann en de Nobelprijs

Wat kocht Thomas Mann van zijn Nobelprijs (200.000 Reichsmark)?
Een Buick. Een Fiat Limousine. Een grammofoon.
En veel platen van Wagner.

zondag 29 januari 2012






Afgelopen weekend was ik voor Natuurmonumenten op Texel.
Begroeiing van schelpeneilandjes halen, zodat de vogels er dit voorjaar weer kunnen broeden.
Ik mis Texel. Ik mis de ruimte, ik mis de vogels, ik mis de wintersoep van mevrouw Kingma.

zaterdag 21 januari 2012

Fetzer

Dacht dat hij uitgestorven was. Kende hem alleen van verhalen van jonge Oost-Duitsers. Maar hier is hij, de Fetzer - de enige echte DDR-Mars.