zaterdag 28 april 2012

De laatste inkt van Günter Grass


Deze maand ontstond ophef over het gedicht Was gesagt werden muss van Günter Grass. De 84-jarige schrijver stelt in dit gedicht dat Israel de wereldvrede bedreigt. In kritische, emotionele passages klaagt Grass Israel aan:

Warum sage ich erst jetzt,
gealtert und mit letzter Tinte:
Die Atommacht Israel gefährdet
den ohnehin brüchigen Weltfrienden


In meer zakelijke passages schrijft Grass dat Israel en Iran zich moeten houden aan internationale verdragen, en de controle daarop:

(…) unbehinderte und permanente Kontrolle
des israelischen atomaren Potentials
und der iranischen Atomanlagen
durch eine internationale Instanz.


Op het gedicht valt van alles aan te merken. En dat deden critici dan ook. De reacties waren zo fel, omdat Grass - juist om zijn critici voor te zijn - schrijft over de Duitse misdaden – Verbrechen - in de Tweede Wereldoorlog. En dat woord gebruikt Grass opnieuw, als het gaat om wat Israel van plan zou zijn: Verbrechen. Grass komt niet los van de Tweede Wereldoorlog, en juist dat maakt zijn gedicht zo omstreden. Het is vergelijkbaar met de redenering van Joschka Fischer in de jaren negentig. Duitsland mocht niet zwijgend toezien bij de misdaden in Bosnië. Juist Duitsers niet, vanwege hun verleden. Een andere reden voor de commotie is dat Grass zelf, vanwege zijn lidmaatschap van de SS, niet onomstreden is.

De beschuldigingen aan het adres van Grass waren soms overdreven (“antisemiet”), vaak vergezocht (“het is een Europese traditie de Joden vlak voor Pesach aan te klagen”) en in het beste geval sarcastisch (“Grass behoort tot de Duitsers die het de Joden nooit zullen vergeven wat zij hun hebben aangedaan”). En Grass’ kwaliteit als schrijver is ongetwijfeld groter dan die als politiek commentator. Het gedicht markeert in elk geval een verandering: een Duitse dichter oordeelt over Israel. Dat zullen meer Duitsers gaan doen. En anders dan de 84-jarige Grass, die met zijn ‘letzter Tinte/ laatste inkt’ schrijft, zullen Duitse jongeren daarbij steeds minder aandacht laten uitgaan naar de Tweede Wereldoorlog, en steeds meer naar het heden.